Dom, zeer dom. Denk je dat na alle toestanden rond Lance Armstrong en consorten het wielerpeloton langzaam maar zeker wijzer wordt, vinden ze bij een wielrenner het stofje GW1516. En de wereldantidopingautoriteit WADA had vijf jaar geleden nog wel zo gewaarschuwd voor die verbinding. Dom, die Valery Kaykov. Hij had beter moeten weten.
Toegegeven, ruim tien jaar geleden was GW1516 een veelbelovend middel uit de farmaceutische laboratoria van GSK, GlaxoSmithKline, een verbinding waaraan vanaf begin jaren negentig was gewerkt. Zo’n bedrijf begint soms met wel meer dan honderdduizend stofjes en als het lot het bedrijf goed gezind is, doorstaat één van al die stofjes alle testen in de reageerbuis, op proefdieren en in mensen en belandt het op het recept dat een arts uitschrijft voor een patiënt.
Een wat betere naam voor de verbinding was er al, endurobol. Die naam geeft een aanwijzing waarvoor het goedje geschikt is: het bleek dat het bij muizen het uithoudingsvermogen verbeterde. De eerste toepassing waarop het middel was gericht, was het tegengaan van verhoogde hoeveelheden lipiden en lipoproteïnen in het bloed.
Destijds dacht de fabrikant dat er wellicht gouden bergen vielen te verdienen met dit middel, in de strijd tegen obesitas, suikerziekte en hart- en vaatziekten – een pilletje dat het lichaam het idee geeft dat het inspanningen verricht. De experimenten met muizen, soms in combinatie met een andere verbinding, lieten resultaten zien die GW1516 interessant voor sporters maakte.
Al voor de Olympische Spelen van Beijing in 2008 maakten dopingbestrijders zich dan ook zorgen. Vrij snel ontwikkelde iemand een test op de verbinding en het middel verscheen in 2009 op de lijst van verboden middelen.
Maar het middel bracht het nooit tot officieel medicijn. GSK nam het niet in productie, het staakte in 2007 het onderzoek naar GW1516. Er kleefden namelijk forse nadelen aan GW1516. Was er in 2004 al de aanwijzing dat bij sommige laboratoriummuizen na toediening van de verbinding poliepen konden ontstaan, later bleek dat het stofje bij behandelde laboratoriumratten tal van tumoren in allerlei organen ontstonden, zoals lever, blaas, huid, eileiders, maag, baarmoeder. Een mens is geen rat, maar als in zo’n diermodel dergelijke problemen ontstaan, dan kan er doorgaans maar één conclusie zijn: de mogelijke bijwerkingen zijn onacceptabel.
Toch blijft het goedje verkrijgbaar, blijkbaar slingeren er recepten rond waardoor het middel in obscure laboratoria kan worden gemaakt voor de zwarte handel. Naast domme wielrenners zullen er ook wel bodybuilders zijn die alleen maar oog hebben voor kortetermijnresultaten. Hopelijk kunnen de WADA en andere organisaties dit dopingprobleem goed aanpakken, want het mag toch niet zo zijn dat sporters een te hoge prijs voor hun moment van roem betalen.